Ingrijpende wijziging Wet minimum loon (Wml) per 1 januari 2018
Naast de gebruikelijke verhoging van de minimumlonen gebeurt er per 1 januari 2018 iets heel bijzonders, wat grote gevolgen heeft: over verdiensten bij overwerk moet vakantiegeld worden betaald.
De ‘oude’ regeling
Verdiensten uit overwerk zijn in de ‘oude’ regeling uitgezonderd van het loonbegrip in de Wml. Dit betekent dat bij overuren wel het Wml van toepassing is, maar er geen vakantiegeld hoeft te worden uitgekeerd over de overuren.
De ‘nieuwe’ regeling
Vanaf 1-1-2018 vervalt de uitzonderingsbepaling van het overwerk en heeft de werknemer recht op (minimaal) 8% vakantietoeslag over het loon, INCLUSIEF de vergoeding voor overuren.
Toeslag op overuren
In veel cao’s is geregeld dat overuren worden uitbetaald met een toeslag van bijv. 25 of 50%. Dit is echter geen wettelijke bepaling. Het komt ook regelmatig voor, zeker bij eigen beloningsregelingen van inleners, dat bijvoorbeeld over het eerste overuur per dag geen toeslag wordt uitbetaald, maar gewoon 100%.
Wat de gevolgen zijn hangt af van uw situatie.
Leden ABU en NBBU
In beide cao’s is een bepaling opgenomen dat het ‘feitelijk loon’ de basis is voor het vakantiegeld. De overuren zijn uitgesloten van het feitelijk loon, waardoor in de meeste gevallen over overuren geen vakantiegeld hoeft te worden uitbetaald, waarbij gewaarborgd moet zijn dat de som van loon en vakantiebijslag ten minste 108% van het minimumloon bedraagt.
‘Ongebonden’ bureaus
Over de gevolgen voor de ongebonden bureaus rouleren meerdere opinies. Dit heeft te maken met de interpretatie van het zogenaamd ‘driekwart dwingend recht’. Bij driekwart dwingend recht mag door middel van een cao in negatieve zin afgeweken worden van de wettelijke regeling. Als de ABU cao algemeen verbindend (AVV) is, dan geldt deze ook volledig voor uitzendwerkgevers die niet lid zijn van de ABU. Is de cao niet AVV, maar is de cao alleen door een incorporatiebeding van toepassing verklaard, dan ligt de situatie wellicht anders.
De ABU neemt het standpunt in dat het niet mogelijk is voor ongebonden uitzendbureaus om gebruik te maken van afwijkingen van driekwartdwingend recht, als de cao niet AVV is. Het is de vraag of dat juist is, de juridische literatuur is hierover verdeeld. Eén kamp is van mening dat ongebonden uitzendbureaus alleen gebruik kunnen maken van afwijkingen van driekwartdwingend recht, als de cao algemeen verbindend is verklaard. Het andere kamp is van mening dat dat ook kan in de AVV-loze periode als de volledige lopende cao door middel van een incorporatiebeding van toepassing is verklaard. Hierin schuilt dus een zeker risico, zeker omdat de ABU en SNCU zich in het eerste kamp scharen. Hierbij verwijzen we naar de publicaties van de ABU en de SNCU:
https://www.abu.nl/cms/streambin.aspx?documentid=159310 en https://www.sncu.nl/uploads/2017/11/gevolgeneindeVVUZB2017.pdf
In het document van de SNCU zijn een aantal situaties geschetst (1, 2a, 2b, 3a en 3b). Als dit op u van toepassing is én de nieuwe ABU-cao op 1-1-2018 (nog) niet AVV is, dan heeft de wijziging van de WML gevolgen voor u als er sprake is van overuren.
Overuren van 2017 nog in 2017 uitbetalen
Het is dan verstandig om alle overuren van 2017 nog in 2017 uit te betalen, om daarmee te voorkomen dat over die overuren vakantiegeld wordt gereserveerd, of er moet in het verloningssysteem de mogelijkheid worden geboden om tijdelijk te kunnen kiezen of er sprake is van overuren 2018 met of overuren 2017 zonder vakantiegeld. Aan een dergelijke keuze hangt een groot gevaar. Het is voorspelbaar dat er dan fouten worden gemaakt en in sommige gevallen overuren van 2018 foutief worden gerangschikt.
Gevolgen voor de StiPP
Overuren zijn geen onderdeel van de pensioengrondslag, vakantiegeld wel. Dit roept dus de vraag op wat te doen met de extra vakantietoeslag die eventueel betaald moet gaan worden.
Hierover hebben we contact gehad met de StiPP. Zij beraden zich hier nog over en komen nog met een standpunt.